Het stoompotje met de leidingen eraan moet geheel met water worden gevuld,
b.v. met behulp van een spuitflesje. Het waxine-lichtje verwarmt het stoompotje
waardoor het water daarin gedeeltelijk in stoom wordt omgezet. De stoom
drijft het water uit de leidingen met min of meer grote kracht. De reactiekracht
in het water doet het bootje in tegengestelde richting bewegen. De stoom
condenseert vervolgens weer in dat gedeelte van de leidingen waar het
minder dan 100°C warm is. Daardoor ontstaat er een onderdruk die er
voor zorgt dat er weer water terugstroomt in de leidingen. Als dit instromende
water weer het gedeelte van het systeem bereikt dat warmer is dan 100°C
herhaalt dit proces zich.
Er doemen twee vragen op:
1. Waarom beweegt het bootje zich uitsluitend in één
richting?
Men zou inderdaad kunnen denken dat het terugstromende water een gelijke
en tegengestelde reactiekracht oproept waardoor het bootje evenveel vooruit
als weer achteruit zou bewegen. Waarom dat dit niet gebeurt zal ik verklaren
aan de hand van onderstaande figuur:
Het water dat
uitgestoten wordt stroomt vrijwel uitsluitend in de lengterichting van
de leidingen, waardoor de gehele massa ervan bijdraagt aan de horizontale
impuls. Deze impuls is gelijk aan de massa van deze uitgestoten waterzuil
maal de gemiddelde sneheid daarvan (p=mxv). Het teruggezogen water stroomt
echter vanuit alle richtingen de leidingen binnen, nagenoeg volgens een
bolvormig patroon. De impulsen van alle tegengestelde stromingen heffen
elkaar daarbij op. Alleen het deel dat precies in de richting van de leidingen
terugstroomt zal een tegengestelde impuls op de boot uitoefenen. Maar
deze impuls is dus maar een fraktie van die welke het uitstromende water
veroorzaakt. Het netto resultaat is dus dat de boot vrijwel alleen een
vooruitstuwende kracht ondervindt.
2. Waarom ontstaat
er uiteindelijk geen evenwicht tussen uitstromen en terugstromen?
Theoretisch is het denkbaar dat het water in de leidingen uiteindelijk
vrijwel tot rust komt precies op of rondom het punt waar de leidingen
100°C warm zijn. In zo'n situatie zou er nog nauwelijks voortstuwing
ontstaan. Men moet echter bedenken dat het water met een zekere snelheid
terugstroomt in de leidingen, zodat het steeds voorbij dit 100-graden
punt schiet en dan min of meer explosief verdampt. Dit is een tamelijk
chaotisch gebeuren, hetgeen ook verklaart waarom de stuwkrachten wisselend
van grootte zijn. Het effect is dan ook dat de snelheid van het bootje
niet konstant is. Een tijdje beweegt het zich rustig en gestaag voort
en dan krijgt het plotseling weer een forse versnelling door een grotere
stoomexplosie. Overigens wel een koddig gezicht in dit geval.
De gangbare uitvoering met de simpele in spiraalvorm gebogen buisje beviel
mij minder vooral omdat het zo kenmerkend pop-pop geluid ontbrak
Ik ben daarom overgegaan naar het type met het bakje met een membraampje
van latoenkoper. Daar zat meteen meer muziek in, figuurlijk en letterlijk.
Maar ik heb toch zeker 10 varianten van dergelijke bakjes moeten maken
met een veelvoud aan experimenten voordat het bootje bleef varen
zolang het waxinelichtje blijft branden. Alles bij elkaar heeft dit mij
ca 3 volle weken gekost. Maar voor mij wordt na iedere mislukking de uitdaging
groter en neemt mijn onkunde geleidelijk iets af.
De kenmerken van het uiteindelijk suksesvolle systeem zijn:
1. Het membraam is gemaakt van 0,06mm dik latoenkoper;
2.Het bakje staat onder een hoek van ca 30º in een richting zoals
op de principeschets van het bootje is aangegeven;
3. Alles is met hoogsmeltend zilversoldeer aan elkaar gezet (behalve het
membraam). Dit om lossmelten te voorkomen als het bakje geheel of gedeeltelijk
droogkookt;
4. Het membraam mag bij het solderen niet te warm worden omdat het dan
zijn veerkracht helemaal kwijt raakt. Daarom kan het niet met zilver worden
ingesoldeerd. Ik heb dit membraam samen met een klemring ingesoldeerd
met tinsoldeer met een ca 100º hogere smelttemperatuur dan normaal
(klein percentage zilver erin). Op de detailschets van het bakje is te
zien dat de 6x4mm buis langs vrijwel de hele omtrek met zilver is aangesoldeerd,
waardoor de soldeerverbinding van het membraam maximaal gekoeld wordt.
Hoewel ik er niet geheel zeker van ben zal het vermoedelijk nu wel heel
blijven als het bakje droogkookt.
Het door mij gemaakt
bootje is ca 20cm lang, 8cm breed en 5cm hoog (zonder kajuit). Ik heb
eerst een model gemaakt van dun karton en de diverse wanden daarna op
een messing plaat gelegd, afgetekend en uitgeknipt. Vervolgens alles met
zachtsoldeer aan elkaar gesoldeerd, netjes geschuurd en met een spuitbus
gelakt. Het messing mag niet veel dikker zijn dan ca 0,5 mm omdat anders
de boot te zwaar wordt en kopje onder gaat met de fantasiekajuit erop
en het plaatje waarmee het waxinelichtje in de boot wordt geschoven. Het
is een kwestie van Archimedes raadplegen
|